Joris Debraekeleer uit Hoeilaart lukt tweede dubbel in jaar tijd: “Seizoen rekken tot aan de Paasvakantie”

Joris Debraekeleer
Joris Debraekeleer. — © Johnny Deceulaerde

Joris Debraekeleer is erin geslaagd om in een jaar tijd zowel outdoor als indoor het nationale kampioenschap masters 800 én 1500m M40 te winnen. In Ninove was de titelstrijd outdoor over het weekeinde gespreid. Vorige zondag in Louvain-la-Neuve moest de klus indoor worden geklaard in een tijdsbestek van drie uur.

De 41-jarige atleet uit Hoeilaart was blij, maar vooral opgelucht dat hij de titelstrijd andermaal tot een goed einde had gebracht.

“Ik kwam zoals altijd met veel stress aan de start”, vertelt de leerkracht Latijn. “In de 800m vreesde ik vooral een tactische wedstrijd. Dat betekent meestal een te trage aanhef en een te snelle finale. Gelukkig nam iemand onmiddellijk het initiatief. We kwamen aan de 600m door in 1.39, dat is niet te snel, maar weer niet zo traag. Aan de bel plaatste ik een demarrage die niemand kon beantwoorden. Mijn eerste titel was binnen in 2.06.81.”

CrossCup in Diest

“In de 1500m ging de aandacht naar de aangekondigde aanval van Hans Omey op het Belgisch record 1500m M35. Door een te snelle start slaagde hij niet in zijn opzet. Gelukkig waren we hem niet gevolgd. Bij de achtervolgers had ik aanvankelijk had last van een zware ademhaling. Maar gaandeweg remonteerde ik mijn tegenstanders om de tweede titel te grijpen in 4.09.15, dat is sneller dan mijn outdoortijd.”

Daarmee is het winterseizoen van Joris Debraekeleer nog niet afgelopen. “Zondag zou ik graag deelnemen aan de manche van de CrossCup in Diest, tevens kampioenschap van Vlaanderen. En ik wil ook graag nog een 1500m indoor lopen. Ik weet niet of ik als leraar kan deelnemen aan het studentenkampioenschap in Gent en of er een 1500m op het programma staat. De korte cross op het BK in Laken op 6 maart interesseert me ook wel. Het BK crosss masters in Poperinge veel minder, omdat het zo afgelegen is. Ik wil mijn seizoen rekken tot aan de Paasvakantie. Als begeleider van de Romereis kan ik een tien dagen niet trainen, vandaar.” (eg)